De sok weer aan
2000
Vaak wordt beweerd dat er in de Nederlandse poëzie twee mogelijkheden zijn: het anekdotische huis,-tuin-en-keuken-achtige, min of meer humoristische genre, en het talige, abstracte, min of meer hermetische. Als dat waar is, dan is er toch minstens één uitzondering: Astrid Lampe. De sok weer aan – zo zou iets kneuterigs misschien ook wel kunnen heten, maar wie één gedicht uit de bundel leest, zo'n gedicht waarin alle taalregisters worden opengetrokken, dat uitgelatenheid en ernst, gebrabbel en verhevenheid, toeval en innerlijke noodzaak met vaart en verve, met precisie en ingehoudenheid neerzet, die voelt: weg met die stromingen! zolang ik dit mag lezen...